Jan L. Kleintjes
–
‘Jan Kleintjes kwam bij ons logeeren om de opening van de tentoonstelling in Arti bij te wonen. Hij had het portret van zijn vader geëxposeerd,’ noteerde Jet van Osselen-Spakler in april 1904 in haar feitenboek.
Kleintjes gebruikte het schilderij als visitekaartje om zo eveneens opdrachten binnen te halen, want het kunstwerk was niet te koop. Het portret van zijn vader Leonard Kleintjes is een fors doek, maar met veel zorg en precisie geschilderd: de achtergrond met de kast, de oosterse pot, het bakje op de achtergrond en de stoel waarin hij zit, zijn met evenveel toewijding neergezet. De toen heersende academische stelregel om de natuur zoveel mogelijk te volgen is in deze vroege portretten het duidelijkst zichtbaar. De geportretteerde wordt in een gedetailleerde omgeving geplaatst waar alles even belangrijk is.
Johannes ‘Jan’ Leonardus Kleintjes werd op 24 mei 1872 in Rotterdam geboren.’ Een jaar eerder was vader Leonard Kleintjes (1846-1929) met zijn nichtje Marie Kleintjes (1847-1922) getrouwd, maar Jan was niet het eerste kind in het gezin: vijf jaar daarvoor werd halfbroer Philip geboren. De vijfentwintigjarige vader had al een avontuurlijk leven achter de rug; hij werkte op een handelskantoor in Sjanghai, vervolgens kreeg hij in 1866 een baan als kanselier bij de Nederlandse afvaardiging in Japan. Samen met de Nederlandse Consul-generaal Dirk de Graeff van Polsbroek bezocht hij onder andere de laatste Shogun en daarna een aantal malen de keizer. Het leven in Japan, een land dat nog maar spaarzaam geopend was voor westerlingen, was eenzaam voor Leonard en op aanraden van De Graeff van Polsbroek nam hij geheel volgens de Japanse traditie een levensgezellin: Oroku Koyama. Oroku en Leonard kregen op 27 september 1867 een kind en dat was Philip. Leonard erkende Philip als zijn kind en nam hem drie jaar later mee naar Nederland. Ten tijde van de geboorte van Jan woonde het gezin Kleintjes aan de Rotterdamse Mauritsweg en in 1875 kwam er nog een broertje ‘Leo’ bij. Begin jaren tachtig verhuisden vader en moeder Kleintjes naar Berlijn, waar zij tot 1896 woonden. Vader Kleintjes werd naar Berlijn gestuurd door een onderneming, wellicht de Nederlandse Handel Maatschappij, met de opdracht er kavels grond te kopen. Vanaf 1896 wonen Jan’s ouders in Brussel.
Uit: ‘Tuin, thee en atelier’
Afmetingen: 120x97cm.