Jan L. Kleintjes
–
Jantina Tammes (1871-1947) was de eerste vrouwelijke hoogleraar in Groningen. Haar vakgebied was genetica en botanica. Ze was de eerste vrouw die aan de Rijksuniversiteit Groningen hoogleraar werd en de tweede vrouwelijke hoogleraar in Nederland.
Pauline Broekema schrijft in haar column (19) van het Museumtijdschrift (2023/8) over dit portret het volgende:
‘Lichtend voorbeeld
Ik bleef bij het portret hangen om dat milde en tegelijkertijd wijze dat het uitstraalt. Die vriendelijke blik, De toga die ‘Tine’ als vanzelfsprekend maar ook met een zekere trots draagt. Het grijze opgestoken haar. De ogen waarin ik meen te herkennen dat ze, zoals ik las, af en toe tobde met haar gezondheid. En dat soms een zekere faalangst haar in de weg zat.
Ze heeft wanneer de schilder Jan Kleintjes (1872-1955) haar portretteert een schitterende wetenschappelijke carrière opgebouwd. Maar dat was verre van makkelijk. Als je het weet, zie je dat voor mijn gevoel ook af aan het portret. Haar werd een prestigieuze aanstelling bij een universitair onderzoeksinstituut in de hoofdstad niet gegund. Een vrouw moest men niet.’
‘Het portret dat ik tot dan toe alleen van mijn beeldscherm ken, zie ik in Groningen in het echt. Het blijft net zo sterk. Is Tammes ervoor naar het Veluwse dorp Heerde gereist? Daar woonde Kleintjes met zijn vrouw Hedwig Cecile Albertine van Osselen, die eveneens schilderde, in een kast van een huis. Er waren woonvertrekken, ateliers en gastenverblijven. Misschien heeft ze er gelogeerd en tussen het poseren door genoten van de enorme tuin.’
‘Toen ze haar hoogleraarschap aanvaardde, sprak ze in haar oratie de wens uit “een goede leidsvrouw” te zijn. Die rede sloot ze af met de indrukwekkende woorden: “Al gaat ook alles wat de mens gedurende zijn leven persoonlijk verwerft, hetzij door opvoeding, onderwijs, oefening of ervaring met hem weer verloren, zijn uitingen, zijn werk en zijn daden worden blijvend neergelegd in de maatschappij.”
Zo ging het dus ook bij Jantina Tammes. Na haar dood in 1947 bleef ze voor veel vrouwen een lichtend voorbeeld. En ze liet haar portret na. Het hangt aan de oostwand van de Senaatskamer in het Academiegebouw in Groningen. De stad waar ze werd geboren en overleed.’
Bron: Museumtijdschrift 2023/8
Collectie: Rijksuniversiteit Groningen