Jan L. Kleintjes
–
De faam van Nunspeet als schilderplek kwam in de jaren tachtig van de 19de eeuw op gang. Halverwege de jaren negentig bevond zich dan ook in het dorp een kleurrijk gezelschap van kunstenaars. De meesten behoorden net als Kleintjes tot de grote schare schilders die zich lieten inspireren door de ‘Haagse School’. Zij schilderden landelijke en inheemse thema’s met brede en vlotte penseelstreken, maar anders dan de schilders van de ‘Haagse School’ waren hun kunstwerken minder de weergave van een stemming in gedempte en tonale kleuren en gebruikten zij een bonter coloriet.
‘Ik vond daar een leutige schildersbent, die niet kletsten of ruzie maakten, maar werkten samen met de brave bevolking waar we prettig mee omgingen-, mooie reizige gestalten en prettig in de omgang! een ideale wereld,’ constateerde Jan Kleintjes en in een andere brief noteerde hij: ‘Weet dan, dat ik in de jaren 1895-99 daar gelukkige jaaren doorbracht – temidden in een schildersbent.’
In brieven en op foto’s noteerde Kleintjes de waslijst met namen van de kunstenaars waar hij in Nunspeet mee omging: Jan Apol, Arthur Briët, Gerhard Haverkamp, Jan Huibers, Bernard Koldewey, Maurits Lapidoth, Willy Martens, François ter Meulen, Mari ten Kate, Care! Thyssen, Herman van der Weele, Derk Wiggers, Chrisje van der Willigen, Henri Wouters, Charles van Wijk. De namen die Kleintjes optekende, waren een willekeurige greep uit de veel grotere groep kunstenaars die in de jaren negentig in Nunspeet en omgeving logeerde. De meeste schilders penseelden er in navolging van de Haagse School, boereninterieurs met figuren of landschappen met schapen en boerderijtjes.
Tekstfragment uit ‘Tuin, thee en atelier’.
Afmetingen: 75,3×75,6cm.